Beste Mensen
April is de maand van het Zaaien. En zaaien heeft iets magisch. Dat begint al bij het zaad zelf, bij het oneindige aantal soorten, vormen en kleuren..
Van het bijna niet zichtbare pikzwarte zaad van de winterpostelein tot de supergrote kokosnoot.
Zonnebloempitjes kennen we allemaal, maar heeft u wel eens gezien hoe mooi een preizaadje is?? Of hoe vreemd het stokje waar een schorseneer uit moet groeien??
Wat trouwens ook een wonder is, dat er uit zoiets doods als een zaadje, droog en onbeweeglijk, weer leven te voorschijn komt.
Sommige zaden kunnen wel tientallen jaren blijven liggen, om dan te ontkiemen.
Als u het bewust eens mee wilt maken, neem dan een droge erwt of boon. Laat hem een week liggen, en zie, er gebeurt helemaal niets. En volgend jaar, als u hem nog nier vergeten bent, is er ook nog niets gebeurd. Leg je hem in vochtig zand en een beetje warm, en in drie dagen is hij opgezwollen en komt er een kiem/wortel uit. Dat is toch geen wonder, denkt u misschien.
Nou, dat vind ik wel.
En dan het zaaien zelf. In de natuur zijn er allerlei slimme manieren waarop het zaad zich verspreidt. Door de wind, zoals bij de paardebloem, over zee dobberend, zoals de kokosnoot, door zich aan mens of dier te hechten, mee te vliegen met vogels en de springbalsemien schiet zelf zijn zaadjes de ruimte in, met de hoop dat ze ergens goed terecht komen..
Op de tuin houden we niet zo van het toeval en doen we alles planmatig..
Eerst bepalen we welke gewassen we willen en dan waar. Voor dat gewas scheppen we dan de ideale omgeving, de juiste hoeveelheid mest, een goede grondstructuur en voldoende vocht. Dan bepalen we het tijdstip. Sommige zaden kunnen heel goed tegen kou en kunnen al vroeg worden gezaaid. In de natuur worden ook bijna alle zaden al voor de winter verspreid tenslotte..
Maar er zijn ook gewassen die absoluut niet tegen kou en nattigheid kunnen, of tegen een late nachtvorst. Voor die gewassen moet de grond voldoende warm zijn, en die mogen pas boven de grond komen na de IJsheiligen. Die zaaien we pas vanaf eind April.
Een enkel gewas zaaien we breedwerpig, zo uit de zaaibak of emmer in een regelmatig ritme stappend. Bij een veldje graan of groenbemester, wat snel dichtgroeit is dat de makkelijkste manier en heel leuk om te doen.
Maar de meeste gewassen zaaien we op rechte rijtjes. Want er zijn duizenden zaadjes van andere planten die het op die plek ook de ideale omgeving vinden om te ontkiemen.
Voor het gemak noemen we dat onkruid. Het zaaien op rijtjes maakt het ons makkelijker deze te herkennen en ons er al schoffelen en wiedend van te ontdoen.
Meestal zaaien wij met een handzaaimachine, het ontwerp is al ruim 100 jaar oud. Hij maakt een voortje, een borsteltje veegt de zaadjes door een gaatje. Omdat soorten zaden allemaal verschillend van grootte zijn, zijn er verschillende maten gaatjes.
En een wieltje drukt het voortje weer dicht.
En dan is er geen weg meer terug en begint de start van een gewas. In de hoop dat alle beslissingen die vooraf genomen zijn juist blijken, dat het weer zorgt voor een goede groei, dat er genoeg handen zijn om te wieden en oogsten en dat u er straks van wilt genieten.
Maar dat duurt nog even.
Vriendelijke groet, Sijmen.