Beste mensen

Ik wil u even voorstellen aan de familie Brassica. Nee, geen familie uit het zuiden van Italie zoals misschien de naam suggereert, wel een familie met zeer veel familieleden.
En met een heel internationaal vespreidingsgebied
Gemakshalve noemen we ze de kolen.
Dat het zo`n grote familie is komt door het grote gebruiksgemak, en dat ze zich makkelijk laat vormen naar wat wij ervan willen. Ieder onderdeel van de plant is door selekteren en kruisen tot een culinair wondertje geworden.
Zo kennen de wortel als piepklein radijsje, of kilo zware rettich, of pikzwarte rammanas. De dik en rond uitgegroeide stengel komen we tegen bij de koolrabi, de okselknoppen zijn onze spruitjes.
Blad en bladstelen kennen we in vele vormen, witte, rode, savoyekool, maar ook pak-soy en raapsteeltjes en rucula.
De bloem , tja, dat is natuurlijk makkelijk, de koningin van alle groenten, trots van iedere volkstuinder, is de hagelwitte bloemkool. Met als inmiddels ingeburgerde zuster de broccoli.
De zaden tenslotte komen we tegen bij het koolzaad, jarenlang brandstof voor onze trekkers.
Iemand die niet van kool houdt heeft echt een probleem.
Kolen laten zich ook makkeijk kruisen in kleur.
Rode en witte kool, paarse broccoli, groene en paarse koolrabi. Groene bloemkool, witte en rode radijs, alles lijkt mogelijk. Misschien komen er nog eens groene radijsjes, of rode spruitjes.
En groeien dat ze kunnen, inderdaad als kool,daarom zijn in het voorjaar de eerste bladgewasjes raapstelen en pak-soy.
Wat alle kolen verder gemeen hebben is een overmaat aan zwavelverbindingen,
In de winter heerlijk verwarmend, maar bij langdurig koken wat vroeger gebruikelijk was oorzaak van de bekende spruitjeslucht.
Tja, en dan ben ik een familielid vergeten, zeg maar het lelijke neefje.
De koolraap.
Dik en rond, met aarde besmeurd, vaak als vakvulling bij de groenteman, terwijl ooms, tantes en nichtjes over de toonbank vliegen.
Maar met een mooie oranje inborst, en goed klaargemaakt heel smakelijk.
Schil een halve koolraap. Of een hele als u vrienden durft uit te nodigen. Snij net als vroeger patatjes en kook ze zachtjes net gaar. Vergeet de kleffe snotsaus van vroeger, maar maak met een roux en een pak sinaasappelsap een sinaasappelsaus. Op het laatst wat partjes mandarijn door de saus doen. Heerlijk.